Geklaag over lezen in een vliegtuig

Zadie Smiths Changing my mind. De prachtige omslag zegt eigenlijk genoeg.

Zo heel af en toe zit ik in een vliegtuig. Vanochtend vroeg vond ik mijzelf terug – na een periode van waakslaap in verschillende bussen – in een Boeing zonder stiltecoupé. (Mijn spellingcontrole kent het woord waakslaap, waarvan ik dacht het zojuist te hebben uitgevonden.) Op het type vliegreis dat ik mij kan veroorloven, wordt het lawaai van de motoren ruimschoots overstemd door dat van de passagiers en het kraslotverkopende cabinepersoneel. (Twee woorden die mijn spellingcontrole niet blijkt te kennen.)

Net als op de heenvlucht lukte het me niet meer dan een paar alinea’s te lezen. Nu vanwege een meisje een rij achter mij die erin slaagde een uur lang en onafgebroken in clichés haar eigen levensverhaal van kleur te voorzien, in een verwoede poging haar gesprekspartner – duidelijk een collega – ervan te overtuigen dat ze ontzettend interessant is. Kende haar collega iemand die “iets met integratie en vluchtelingen” deed? Zij had met Irakese vluchtelingen gewerkt, dat was “ontzettend zwaar, ze hebben zoveel meegemaakt.” Daardoor was ze “enorm dankbaar voor haar leven.” Toen het gesprek richting het hete hangijzer van de hedendaagse parlementaire verhoudingen voer, en Mark Rutte ter sprake kwam, gaf ze toe niet veel met de premier op te hebben. “Want,” zei ze, “ik ben veel te socialistisch voor de VVD.”

Maar goed, waarom dit gezeur? Omdat ik, iedere keer dat ik werd afgeleid, terugging naar het punt waar ik begonnen was: de alinea in Nabokovs Speak, Memory waar ik vorige week ook al niet zonder kleerscheuren voorbij kwam. Ik dacht het deze korte vakantie uit lezen, maar het lot besliste anders. Toen ik weer voet op Hollandse bodem zette was ik geen moer opgeschoten.

Er kwam iets tussen. Zoals wel vaker op vakantie een niemendalletje. De anti-snobistische exhibitionist in mij zou nu graag zeggen dat ik het dan over iets Millennium Brown-achtigs heb, maar helaas, dat gaat mij echt te ver. Wat wel? How to be idle van de Britse beroepsluilak Tom Hodgkinson. Een boekje dat specifiek gericht lijkt op mensen die graag zonder schuldgevoelens niet te hard willen werken en die gezegend zijn met een gezonde aanleg voor escapisme. Hierover later misschien meer.

Verder (her)las ik hier en daar een essay in Zadie Smiths magistrale Changing my mind. Onder meer haar onnavolgbaar intelligente stuk over het herlezen van Nabokov en Barthes. Smith is gezegend met een van de zeldzaamste kwaliteiten die een schrijver kan bezitten: wanneer je haar essays leest, voel je hoe het zou zijn wanneer je intelligenter, oplettender, gevatter – kortom, een beter mens – zou zijn.

Dat herlezen van Nabokov delen we in ieder geval. Maar waar zij een prachtige verhandeling schrijft over hoe ze in Pnin woont als in een huis, worstel ik me in het vliegtuig keer op keer door dezelfde pagina, zonder er veel van op te steken. De moraal? Misschien dat wie tijdens het vliegen iets goeds wil lezen, RyanAir links moet laten liggen. Of anders op z’n minst oordoppen moet meenemen. Maar liever deze optimistische gedachte: ik heb nog evenveel te genieten als een week geleden, want wie bewaart, die heeft wat.

.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Notities

Geef een reactie