Tag archieven: nrc.next

Rotterdam pest zijn zzp’ers weg

Het heeft niet heel lang geduurd. Ik sta nog maar een paar maanden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, en ik voel me voor het eerst slachtoffer van wat sommigen “ondernemertje pesten” noemen. In normaal Nederlands: ik ben chagrijnig omdat de gemeente Rotterdam een nieuwe belasting introduceert.

Wat is er precies aan de hand? Deze week ontvingen zzp’ers wier onderneming staat ingeschreven op hun woonadres een brief. Daarin wordt vertelt dat de gemeenteraad akkoord is gegaan met een “aangepaste verordening Bedrijfsreinigingsrecht (BRR)”. Nee, ik begreep ook niet direct wat dat betekent. Gelukkig bood de rest van de brief een uitleg.

Vanaf volgend jaar zijn ondernemers die van huis uit werken, verplicht een gemeentelijk heffing van €128,20 te betalen voor het afval dat hun bedrijf produceert. Dit bedrag komt bovenop de normale vuilniszakkenbelasting die ieder huishouden betaalt. (En die volgend jaar in deze gemeente ook met 20% wordt verhoogd.)

Ieder bedrijf produceert afval, zo is de gedachte, dus ieder bedrijf moet betalen. Hoewel de gemeente erkent dat de hoeveelheid per bedrijf zal verschillen, is het bedrag “gestandaardiseerd” omdat “niet te controleren is”.

Ze zouden het eens moeten proberen. Vrijwel alle zzp’ers die ik ken, werken net als ik bijna volledig digitaal. De weinige post die binnenkomt, is afkomstig van de gemeente of de Kamer van Koophandel. Wat betekent dat de gemeente geld heft voor de rotzooi die ze zelf produceert. Het was logischer geweest wanneer ik een aanslag had gekregen omdat ik een krantenabonnement heb of omdat ik mijn eten koop bij een supermarkt die alles in drie lagen plastic verpakt.

Dan is daar het verlossende tussenkopje in de brief: “Vrijstelling”. De moed zakt je in de schoenen wanneer je leest dat “het niet mogelijk is vrijstelling van deze heffing te krijgen met het argument dat u geen of heel weinig afval produceert.” De gemeente heeft namelijk als uitgangspunt: “elk bedrijf produceert afval, hoe weinig dat soms ook mag zijn.” Nou daar ben ik dan mooi klaar mee. Hoe de betreffende dienst dit soort zaken inschat, weet ik al. Ik word, terwijl ik alleen woon, al jaren standaard voor drie “gebruikseenheden” aangeslagen, en moet ieder jaar de grootste moeite doen dat terug te draaien.

Thuiswerken, je leest doorgaans dat het meer gestimuleerd zou moeten worden. Het is goed voor het milieu wordt er dan gezegd. Maar in plaats daarvan, blijken wij zzp’ers in de ogen van deze gemeente serieuze vervuilers te zijn. Misschien kan de gemeente de lijn dan doortrekken, want hoewel het onmogelijk vast te stellen is hoeveel afval individuele gezinnen produceren, het is wel logisch om aan te nemen dat mensen die thuisblijven (thuiswerkers in loondienst, huismannen, bijstandsmoeders) meer huiselijk afval produceren dan mensen die een deel van hun rotzooi op het werk achterlaten. Misschien kan de gemeente die mensen ook een brief sturen dat ze extra moeten gaan betalen.

Dat zouden we absurd en onrechtvaardig vinden, en terecht. Maar het scheelt niet veel of deze belasting komt op hetzelfde neer. In deze stad werken duizenden kleine zelfstandigen vanuit huis, zonder meer afval te produceren dan andere thuiswerkers of thuisblijvers. Precieze cijfers heb ik niet, maar duidelijk is dat velen van ons niet veel meer bij elkaar schrapen dan een minimuminkomen. In mijn geval vooralsnog zelfs minder dan dat.

Rotterdam claimt een stad voor ondernemers te zijn. Maar daar merken we weinig van. Op Twitter is de ophef groot. De hashtag #BRR is niet zo handig met de winter voor de deur, maar toepasselijk is hij wel. Ik denk namelijk dat ik mijn verwarming maar uitzet. Misschien kan ik daar genoeg mee besparen om die rekening te betalen, want de gemeente laat ons duidelijk in de kou staan.

nrc.next 16 december 2011

.

1 reactie

Opgeslagen onder Notities

Psychiatrie van de koude grond

Eerder deze maand werd in Detroit een vrouw uit haar huis gezet. En wat dan nog, zult u zeggen, dat gebeurt toch iedere dag? Los van de vraag of de grote regelmaat waarmee dit gebeurt de zaak minder schrijnend maakt: het ging om een 101-jarige Texana Hollis. Haar zoon nam in 2003 een relatief bescheiden hypotheek op het huis om een opknapbeurt te financieren. Toen het financieel even tegenzat, stond ze ineens, met haar hele inboedel en volledig gedesoriënteerd, op straat.

Politiek is de simpelste definitie een kwestie van ‘wie, waar en wanneer wat krijgt’. Een veelvuldig gebezigde clichés inzake beleid, in dit geval dat van een hypotheekverstrekker, luidt dan ook dat ‘pijnlijke keuzes onvermijdelijk zijn’. Doorgaans geldt: hoe hoger de maatschappelijke positie, hoe groter de verantwoordelijkheden, en hoe meer pijnlijke keuzes er dus moeten worden gemaakt. Zou het dan zo kunnen zijn dat mensen met een natuurlijk gebrek aan empathie daartoe ‘beter’ zijn uitgerust?

Afgelopen zomer verscheen Jon Ronsons boek The Psychopath Test: A Journey Through the Madness Industry. De Britse journalist – type Louis Theroux, en schrijver van het verfilmde The Men Who Stare at Goats – liep al een tijdje rond met het vage vermoeden dat mensen met een psychopathische stoornis wel eens een buitenproportionele invloed op de maatschappij zouden kunnen uitoefenen. Het ging hem daarbij niet niet om het idee dat enkele gek een samenleving kan verstoren. Zijn hypothese was dat mensen met een stoornis stelselmatig oververtegenwoordigd zijn op hoge maatschappelijke posities.

De cijfers die Ronson uit de mond van psychiaters optekent liegen er niet om. Binnen het vakgebied gaat men ervan uit dat ongeveer een op de honderd mensen aan een psychopathische persoonlijkheidsstoornis lijdt, terwijl dat hogerop in de maatschappelijke pikorde ongeveer 4 procent zou zijn.

Voor u opgewonden raakt, Ronson ontmaskert geen zittende presidenten, kerkelijk leiders of gerespecteerde CEO’s als gevaarlijke psychopaten. Eigenlijk vindt hij in de zakenwereld alleen Al Dunlap. Wie? Dunlap is een voormalige directeur van het Amerikaanse bedrijf Sunbeam. Hij stond bekend als een kille saneerder die on a whim zelfs de trouwste werknemer kon ontslaan. Hij leek er zelfs genoegen in te scheppen. Ronson besluit hem op te zoeken. Tijdens het interview vertelt Dunlap hoe hij ooit een ondergeschikte, die enthousiast vertelde een nieuwe auto te hebben gekocht, ontsloeg: „You may have a fancy sports car, but I’ll tell you what you don’t have. A job!

Tijdens het interview in de kapitale villa van de voormalige topman valt Ronson van de ene in de andere verbazing. Hij ziet zijn vermoedens meteen bij het binnentreden bevestigt: het hele huis staat vol met standbeelden van roofdieren. Arenden, panters, tijgers, beren. „A whole menagerie,” in de woorden van Ronson.

Wanneer hij zijn bevindingen voorlegt aan David Hare, de geestelijk vader van de Hare Checklist waarmee psychopaten ‘opgespoord’ kunnen worden, bevestigt deze zijn vermoedens: er lopen nogal wat gekken rond.

Maar meteen daarna slaat de twijfel toe. Ronson vraagt zich af of hij als journalist niet veel te veel gefocust is op dat wat afwijkt van de norm. Is hij door zo actief te speuren naar voorbeelden van waanzin niet blind voor alles wat er normaal is aan iemand als Al Dunlap? Die legt zijn ‘psychopathische kenmerken’ stelselmatig uit als bij uitstek positieve eigenschappen die hem tot zo’n voorbeeldige zakenman maken.

Voor Ronsons twijfel valt zeker wat te zeggen. Maar zijn ‘reis door de waanzin-industrie’, iedere ontmoeting leidt als vanzelf tot een volgende, levert wel een zeer vermakelijk boek op. The Psychopath Test staat bol van de intrigerende verhalen over psychopaten en hun slachtoffers. Het sterkste hoofdstuk gaat over Tony.

Jon Ronson door Barney Poole

Tony wordt op zijn zeventiende veroordeeld wegens zware mishandeling. Omdat hij weinig trek heeft in de zeven jaar gevangenisstraf die hem boven het hoofd hangt, besluit hij te doen alsof hij gek is. Hij imiteert seriemoordenaars uit bekende films en leest in afwachting van zijn definitieve straf de biografie van seriemoordenaar Ted Bundy. Dat boek blijkt namelijk gewoon in de gevangenisbibliotheek te staan.

Tony’s opzet slaagt: hij wordt prompt naar Broadmoor gestuurd, de beruchtste Britse instelling voor geestelijk gestoorde criminelen. Wanneer hij zich realiseert wat voor stommiteit hij heeft begaan, verdwijnen zijn symptomen als sneeuw voor de zon. Maar mensen ervan overtuigen dat je gek bent, blijkt een stuk gemakkelijker dan duidelijk maken dat je geestelijk in orde bent. Twaalf jaar later zijn de meeste artsen het erover eens: Tony heeft geen geestesziekte. Helaas voor hem zijn ze tot de conclusie gekomen dat hij een onbehandelbare persoonlijkheidsstoornis heeft: hij is een psychopaat.

Ronson bezoekt Tony terwijl deze, gesteund door leden van Scientology-kerk, notoire critici van de psychiatrie, voor zijn vrijlating vecht. De gesprekken met de Scientology-aanhangers zijn tekenend voor Ronsons werkwijze. Omdat hij duidelijk zo onbevooroordeeld mogelijk op onderzoek uit probeert te gaan, maar ook omdat de journalist tijdens de gesprekken constant hardop twijfelt. Het ene moment wil hij iemand als Tony maar al te graag geloven, het volgende vertrouwt hij bijna blind de psychiater die hem vertelt dat Tony zonder enige twijfel een psychopaat is.

Ook deze vertwijfeling is gerechtvaardigd. Zolang iemand geen misdaden begaat, is het ontzettend moeilijk in te schatten of iemand gewoon een beetje vreemd is, of levensgevaarlijk. Psychopaten zijn vaak intelligent en ontzettend handig in het maskeren van bijvoorbeeld een gebrek aan inlevingsvermogen. Ze imiteren gedrag of kunnen zeer hartelijk zijn, wanneer ze denken dat ze daarmee iets kunnen bereiken. De perfecte manipulator is ten slotte onzichtbaar.

Tijdens een van de laatste gesprekken vertrouwt Tony Ronson toe: „Weet je wat het is, je moet je realiseren dat iedereen een beetje psychopathisch is. Jij bent het. Ik ben het. Nu ja, ik zeker.” Dat Ronson zelf ook niet helemaal in orde wordt duidelijk wanneer hij de DSM-IV, waarin alle bekende geestesziekten geïndexeerd zijn, openslaat. Hij diagnosticeert zichzelf met minstens twaalf aandoeningen. Maar een psychopaat is de neuroot Ronson zeker niet.

Dat psychopathie – en al het andere dat afwijkt van de norm – even angstaanjagend als fascinerend is, is met dit prettig ongestructureerde boek maar weer eens bewezen. Enige nadeel is dat iedere krantenkop ineens een mogelijk gevolg lijkt van een psychopaat die in een wolkenkrabber – uiteraard manisch lachend – nietsvermoedende burgers manipuleert.

Gepubliceerd in nrc.next op 7 oktober 2011

.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Recensies