Zaterdag

Zaterdag was ik bedlegerig. Ik had weliswaar gewoon te veel gedronken de avond tevoren, maar het woord kater deed de gevolgen geen recht. Ik was ziek. De hele dag overgeven, dat soort werk.

Die film, The Hangover, kwam me ineens ontzettend ongeloofwaardig voor: wie zoveel drinkt dat hij zich de vorige avond niet meer voor de geest kan halen, is fysiek niet in staat dingen te beleven die het verfilmen waard zijn. Mijn kater had in ieder geval een behoorlijk saaie film opgeleverd.

De week ervoor was het fenomeen comazuipen weer eens in het nieuws geweest. Wie zelf geconfronteerd wordt met de gevolgen van een te hoge alcohol inname, is geneigd tot allerhande vormen van mentale zelfkastijding. Als ik op dat moment had moeten betalen voor een ziekenhuisopname, had ik het waarschijnlijk een terechte straf gevonden. (Terwijl het natuurlijk onzinnig is om iedereen die door eigen stomheid in het ziekenhuis belandt voor de kosten op te laten draaien. Dan kunnen we het huidige zorgstelsel wel opdoeken en gewoon automatisch een rechtszaak op iedere behandeling laten volgen.)

Ook realiseerde ik me dat euthanasie voor mensen die ondragelijk lijden een van de grote verworvenheden van onze tijd is.

Met mijn dag kwam het toch nog een beetje goed. Eerst toen ik de trailer van de nieuwe On the road-verfilming zag.

Kort gezegd: de casting ziet er veelbelovend uit, en er is een redelijk kans dat het geen draak van een film wordt. Dat is in dit soort gevallen al heel wat.

Maar dat ‘s avonds nog verder opknapte, voordat ik weer ging slapen zonder te zijn opgestaan, lag toch vooral aan Bret Easton Ellis. Hij ging op Twitter ineens als een bezetene zijn aantekeningen voor een vervolg op American Psycho de wereld insturen. Toevallig was ik een week of twee eerder de foto boven dit bericht ergens tegengekomen. En eerlijk is eerlijk: je kunt je Patrick Bateman maar al te goed voorstellen in deze post-Empire tijd.

.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Notities

Vuil spel

Wil je als politicus wat bereiken, en heet je geen Nelson, dan kun je maar beter bereid zijn af en toe de klootzak uit te hangen. Kiezers hebben nu eenmaal de gewoonte liever een straatvechter heilig te verklaren, dan een heilige hun stem te gunnen.

De gedoodverfde Republikeinse kandidaat voor de Amerikaanse verkiezingen eind dit jaar, Mitt Romney, liet afgelopen weekend zien hoe ver een beetje politicus bereid is te gaan. In Atlanta vertelde hij een elfjarig kind dat wanneer Obama herkozen zou worden, Iran nucleaire wapens zal kunnen ontwikkelen en dat de wereld dan nooit meer dezelfde zou zijn. Tja, je kunt kinderen toch moeilijk lastigvallen met zoiets als nuance.

Waar had ik zoiets eerder gehoord? De Amerikaanse schrijver David Foster Wallace liep in 2000 namens het tijdschrift Rolling Stone een weekje mee tijdens de campagne van John McCain, die ten koste van establishment-kandidaat George W. Bush de Republikeinse nominatie wilde binnenhalen. Tegen het einde van Wallace’ (briljante) verhaal, vertelt hij hoe McCain tijdens een verkiezingsbijeenkomst wordt geconfronteerd met een moeder wier zoontje geïnteresseerd was geraakt in de verkiezingen, en idolaat was van McCain. Het kind had echter de telefoon opgenomen toen campagnemedewerkers van Bush belden. Ze vertelden hem wat voor een achterbakse, immorele man die McCain eigenlijk was, en het kind was zwaar gedesillusioneerd achtergebleven. McCain reageerde volgens DFW superieur: hij maakte zijn excuses. Je zou kunnen zeggen namens de hele politiek. Bush won de verkiezingen.

Ik moest eraan terugdenken toen ik vorige week peinsde over de brave Hendrikverkiezing van de PvdA. De kandidaten lijken stuk voor stuk niet eens bestand tegen het spel in de Nederlandse media, dat maar zelden echt vuil wordt. Jeroen Pauw en Matthijs van Nieuwkerk, en zelfs onze nationale klier Rutger Castricum, ze behoren niet tot dezelfde categorie als Bill O’Reilly en Rush Limbaugh. Maar als je die mediahaantjes niet eens aankunt, wat heb je dan te zoeken in een hok waar Wilders regeert?

Eerder te lezen op hard//hoofd

.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Notities

All the news that’s fit to print

En toen was er ophef. Waar winden we ons deze week over op? Sommige mensen over NRC Handelsblad van afgelopen zaterdag. De krant had de voorpagina ingeruimd voor een artikel onder de weinig smakelijke kop “Hoe zal het brein van prins Friso zich houden?”

Het stuk was geschreven door een redacteur die dubbel pech had: niet alleen was ze in Lech, haar man had als neurochirurg ook nog eens toegang tot de behandelend arts. Je hebt één bron, wat doe je dan? Je schrijft een avontuurlijk verhaal. Toch?

Ik laat de ethische discussie hier even voor wat hij is. Het is zo voorspelbaar: een krant gaat net wel/net niet over een grens, anderen schreeuwen hypocriet moord en meer overtuigend brand, een hoofdredacteur verdedigt zich door alles op redelijke toon uit te leggen, zonder toe te geven dat nobele motieven niet altijd een rol spelen als je een krant persklaar probeert te krijgen. Zeker wanneer de oplagecijfers onder druk staan.

Het artikel zelf is vooral pijnlijk om te lezen. Niet omdat er al dan niet gespot wordt met fatsoenswetten, maar omdat de toon zo ontzettend angstig is. Gevoelsmatig gaat de helft van het stuk op aan het verdedigen van de keuze om het verhaal überhaupt op te schrijven. Als je iets doet wat niet bij je past, word je onzeker.

Uiteindelijk is het aan de journalistiek om te beoordelen wat wel of geen nieuws is: “News is whatever a good editor chooses to print.” Daar heeft de RVD weinig over te zeggen. In die zin heeft NRC Handelsblad het grootste gelijk van de wereld. Maar ik had toch liever gehad dat de krant zich nog altijd te goed had gevoeld voor het op deze manier brengen van dit soort nieuws. De hoofdredacteur is ook verantwoordelijk voor de vorm waarin het nieuws wordt gegoten.

Toevallig las ik de volgende dag in een oud stuk van Gore Vidal: “Today, half the population no longer reads newspapers: plainly, they are the clever half.” Laat de kwaliteitskranten iets van hun zelfvertrouwen en vooral eergevoel herwinnen. In Vidals Amerika zijn mensen die geen krant lezen verstandig, straks lezen verstandige mensen hier ook geen kranten meer.

Eerder te lezen op hard//hoofd

.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Notities

Henry Miller over schrijven

COMMANDMENTS

  1. Work on one thing at a time until finished.
  2. Start no more new books, add no more new material to ‘Black Spring.’
  3. Don’t be nervous. Work calmly, joyously, recklessly on whatever is in hand.
  4. Work according to Program and not according to mood. Stop at the appointed time!
  5. When you can’t create you can work.
  6. Cement a little every day, rather than add new fertilizers.
  7. Keep human! See people, go places, drink if you feel like it.
  8. Don’t be a draught-horse! Work with pleasure only.
  9. Discard the Program when you feel like it—but go back to it next day. Concentrate. Narrow down. Exclude.
  10. Forget the books you want to write. Think only of the book you are writing.
  11. Write first and always. Painting, music, friends, cinema, all these come afterwards.

 

Goed advies voor iedereen die af en toe iets gedaan probeert te krijgen. Via Brain Pickings.

 

.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Notities

Meer duiding, minder populisme

Een paar weken terug las ik in de Volkskrant een stukje waarin een Amerika-deskundige zich opwond over andere Amerika-deskundigen. Hoewel er ook inhoudelijk wel wat op het artikel aan te merken viel, bleef mijn hoofd vooral struikelen over deze opmerking: “Van een als deskundige opgevoerde wetenschapper verwacht je minder populisme en meer duiding, want de waarheid ligt genuanceerder.”

Even was ik geneigd mee te gaan in deze gedachte, mede omdat het beschuldigende ‘populisme’ gemakshalve ongedefinieerd blijft. Maar toen sloeg de twijfel toe: wat verwacht ik van een “als deskundige opgevoerde wetenschapper”? Van een wetenschapper verwacht ik wetenschappelijk onderzoek. Maar wanneer diezelfde persoon wordt opgevoerd? Wat verwacht ik überhaupt van iemand met een stel hersens in de media? Inderdaad: duiding. Maar moet ik daar blij mee zijn?

Duiding, dat is waar Matthijs ‘Felix’, ‘Joost’ of zelfs ‘Prem’ voor vraagt. Het is wat bijvoorbeeld Thierry Baudet in de NRC tweewekelijks doet: met een zekere vrijblijvendheid iets uitleggen, waarbij het gelijk (of vooroordeel) van de duider eigenlijk altijd wordt bevestigd. Af en toe veroorzaakt het wat ophef, maar het is nooit echt verrassend.

Het is een modewoordje, maar het verhult een breder verschijnsel: ‘infotainment’ vermomd als diepgang. Zelfs Hyves doet vrolijk mee.

Toen dacht ik ineens aan Diederik Stapel. Stapel was een fantastische duider: nooit beroerd om te worden opgevoerd. Maar hij ging het geouwehoer dat op tv voor serieuze discussie doorgaat, verwarren met zijn werk. Het is maar een klein stapje: je vooroordelen niet alleen ondersteunen met loze beweringen, maar ook met loze cijfertjes. De fraude was deze week weer in het nieuws. De NWO, die 2,2 miljoen euro in Stapels duiding investeerde, waste zijn handen in onschuld. Voorzitter Jos Engelen deed dat middels een bewonderenswaardig bondige drogredenering (en een totale ontkenning van het Agency-Structuredebat):

De gevallen van fraude zijn voor de NWO geen reden het financieringssysteem te veranderen. Het systeem werkt. Het zijn de mensen die soms niet deugen”, aldus Engelen. De NWO selecteert volgens hem excellente onderzoekers. “En excellente onderzoekers zijn 100 procent betrouwbaar. Excellente onderzoekers frauderen niet.

Juist: ook bij de NWO wordt er vrolijk op los geduid. Eigen straatje eerst schoonvegen en alles naar hartenlust inpassen. Zoals het wetenschappelijk bureau van het Simplisties Verbond zou zeggen: “Daar moet de mattenklopper overheen.”

Eerder te lezen op hard//hoofd

.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Notities

TIP: The Discipline of DE

“Sport – het is niet een barmhartige waarheid, en er wordt vaak omheen gepraat, maar er is nu eenmaal niets aan te doen – sport is voor imbecielen.” schreef Rudy Kousbroek ooit. Ik wilde niet luisteren en betaalde de prijs: ik zat een kleine week met mijn voet in een verband.

De zwelling is bijna weg, de blauwe plekken nog niet. Ze zitten op vreemde plaatsen: een kruis hoog op mijn wreef en dunne blauw-paarse streep langs de gehele lengte van mijn voet, parallel aan mijn zool. Nu het drukverband eraf is, is het zaak voorzichtig te zijn. Geen rare bewegingen te maken, want bij iedere kleine verplaatsing schreeuwt de voet dat ik “godverdomme stil moet zitten”.

Op dit soort momenten denk ik onvermijdelijk aan Gus van Sant’s korte zen-film The Discipline of DE. Ik heb eigenlijk niet veel associaties bij het woord zen. De Dalai Lama (die er geloof ik weinig mee te maken heeft), motoronderhoud en DE.

De eerste keer dat ik The Discipline of DE zag was in het Centre Pompidou in Parijs, een paar jaar terug. We – mijn lief en ik – dwarrelden een beetje door de zalen. Van die dag en de tentoonstelling weet ik niet veel meer. Alleen hoe ik opgewonden raakte toen ik op eigen kracht verwijzingen naar Kafka’s Het Proces ontdekte in een van de films. Totdat ik me iets later realiseerde dat het min of meer een letterlijke verfilming was en het met mijn scherpzinnigheid dus wel meeviel.

The Discipline of DE heeft weinig met Kafka te maken. De 16-mm film is gebaseerd op het verhaal Exterminator (1973) van William S. Burroughs en handelt over een kolonel buiten dienst die al zijn handelingen “met beleid” uitvoert. Wat DE precies is?

“Doing whatever you do in the easiest, most relaxed way you can manage. Which is also the quickest and most efficient way.”

Het is geen principe waar ik mijn leven op zou kunnen inrichten, maar het spreekt de deeltijd-neuroot in mij wel aan. (Zoals ook Kafka dat kan.) En niet zelden als ik mijn hoofd, schouders, knie, teen of elleboog stoot, dan denk ik er nog wel eens aan. Even diep ademhalen. Nog een keer proberen.

DE is niet alleen de therapeut die de verstoorde relatie tussen mij en mijn voet in goede banen leidt. Deze week alleen al heeft DE me ook geholpen tijdens het doen van een schijnbaar onbedwingbare berg afwas en bij het openmaken van blauwe enveloppen en het invullen van omzetbelastingformulieren. In dat laatste geval is na al het uitstellen het enige wat werkt: koffiezetten (geen DE), de tafel leegvegen, niet meer sigaretten roken dan strikt noodzakelijk en met beleid en in alle rust de taak volbrengen. Dan kom je er vanzelf achter dat je zo weinig verdiend hebt dat je de BTW lekker mag houden. Do Easy.

De film:

Extra:

Gus van Sant vertelt hier over de totstandkoming van de film en, in the interest of balance, ook iemand die ingewikkeld doet en concludeert dat:

“Doing Easy yields neither an easy nor relaxed life, but rather an obsessive-compulsive pathology, most clearly manifested in a socially deadly form of isolation of affect.”

Eerder te lezen op Hard//Hoofd.

.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Notities

Kadaverdiscipline

Even dacht ik dat ‘het radicale midden’ mijn weekeinde zou gaan beheersen. Maar nadat Felix Rottenberg en (meesterinterviewer) Frenk van der Linden die term vrijdag aangrepen om een serieus gesprek over het CDA in De Wereld Draait Door vakkundig de nek om te draaien – ik kreeg bijna sympathie voor ex-gevallen spindoctor Jack de Vries – was ik er al weer klaar mee.

Gelukkig diende zich snel een andere kandidaat voor woord van het weekeinde aan. De crypto van de Volkskrant verliep voorspoedig, totdat ik een uur lang zoekende bleek naar het mij onbekende woord ‘kadaverdiscipline’. Ik zocht het op: “volstrekte gehoorzaamheid als een willoze machine”.

Toen ik vervolgens eindelijk aan het inhoudelijke deel van weekeindkranten begon, las ik in de NRC dat SP’ers niet over een ‘kadaverdiscipline’ blijken te beschikken, wanneer ze anoniem spreken over hun bereidheid om een deel van hun inkomen in de partijkas te storten.

Opeens zag ik het overal. Binnen de dikke darm van de PVV rommelt het: oud-vertegenwoordigers doen een boekje open over de ijzeren vuist van de grote geblondeerde leider. Geert eist vergeefs totale onderwerping. Hij heeft kadaverdiscipline-issues.

“Stoelpoten zijn niet om op te wippen…”, zeggen moeders. “…Ze zijn om aan te zagen”, vullen PvdA-leden aan. Een totaal gebrek aan (kadaver)discipline dus. Terwijl Roemer lekker in een tomaatrode FatBoy-zitzak ligt, zit Job ‘yes, we hoped he could’ Cohen op een krukje in de vorm van een gebalde vuist. De enige poot is bijna door.

Maurice de Hond (Kadaver opgraven? Ik zeg doen!) wist zondag maar weer eens te vertellen dat het met de SP goed gaat, en met de PvdA en het CDA wat minder. Hoe dat komt? Er zullen legio redenen zijn. Maar een daarvan is ongetwijfeld een gebrek aan kadaverdiscipline, al was het maar voor de bühne.

Dat constante geëtter binnen de middenpartijen. Ze zijn al weer zo lang en vooral zo opzichtig met zichzelf bezig: als ik CDA- of PvdA-stemmer was, zou ik ook afhaken. Al die praatjes over ‘verbinden’ kunnen niet verhullen dat de partijen stiekem vrezen het de komende jaren te druk met zichzelf te hebben. Bij iedere frisse start druipt het gebrek aan vertrouwen in de toekomst van de gezichten. En wie niet met zichzelf door een deur kan, heeft geen tijd om aan het land te denken. De kiezers ruiken de lijkenlucht rond het CDA en de PvdA ook.

Eerder te lezen op Hard//Hoofd.

.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Notities