Categorie archief: Notities

Levensteken

Beetje stil hier. Excuses. Afgelopen week heb ik een beetje geblogd op de redactie van nrc.next. Hoogtepunt was het bezoek van de notoire cynische Marcel van Roosmalen, die in werkelijkheid behoorlijk mild bleek. Lees zijn verslag hier.

Terwijl hij op de redactie rondsnuffelde, tikte ik een stukje over zijn aanwezigheid:

Op bezoek bij nrc.next: Marcel van Roosmalen en fotograaf Jan-Dirk met frisse tegenzin op de krant

De middentafel.

 

Een handvol journalisten vertrok vanochtend waarschijnlijk met lood in de schoenen naar de Rotterdamse Alexanderpolder. (Waarvan lang, ten onrechte, werd aangenomen dat het het laagste punt van Nederland was.) De redactie van nrc.next heeft vandaag hoog bezoek. Zelf zijn de gasten vermoedelijk met ‘frisse tegenzin’ op pad gegaan. Juist: Marcel van Roosmalen is hier, voor een laatste reportage in zijn serie op de Werk & Geld-pagina’s. En hij heeft fotograaf Jan-Dirk meegenomen.

Even, bij aanvang van de ochtendvergadering, lijkt de redactie verlamd. Gelukkig neemt de hoofdredacteur het woord. Hij stelt voor “te doen alsof Marcel er niet is”. Deze suggestie kan op brede instemming rekenen.

“Heb jij nog iets, Marcel?” zegt de hoofdredacteur een klein half uur later, ter afsluiting van de vergadering.

“Ik heb niets”, zegt Marcel.

Daarna vertrekt hij, samen met fotograaf Jan-Dirk, naar het rookhok. Terwijl Marcel een trekje neemt, zegt hij:

“Zelf zei ik op vergaderingen nooit wat. Ik heb bij HP de Tijd zes jaar mijn mond gehouden. Dat vonden ze wel eens vervelend.”

Hij vraagt welke redactieleden hij nog in het rookhok kan treffen. Als ik zeg niet zeker te weten wie per 1 januari is gestopt, en vraag of hij geen poging heeft ondernomen, zegt hij: “Ja ik ben wel gestopt. Het gaat goed. Ik rook alleen nog op werkdagen.”

Terug op de next-redactie valt op ‘de middentafel’ een kop koffie om. Redacteur Hendrik Spiering zegt: “Dat gebeurt anders nooit.” Marcel antwoordt niet, en kijkt toe hoe de rotzooi wordt opgeruimd.

 

.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Notities

Lezen op internet: De Optimist en Wikipedia

Jan Hanlo in het Vondelpark // collectie letterkundig museum

Ik lees zojuist op de website van De Optimist een mooi essay over autisme. Hoewel het tegen het einde wat dramatisch wordt, bevat het stuk een paar fijne passages. Deze bijvoorbeeld:

Op de begrafenis van moeder heb ik mijn vader voor het eerst in tijden weer gezien. Hij droeg een stropdas, wat hij anders nooit doet en hoefde niet te huilen, noch om de dood van moeder, noch om het weerzien met mij. Angstvallig hield hij zich groot. Ook opa en oma toonden geen enkele emotie. Ik liet mijn tranen de vrije loop. Niet omdat ik zo verdrietig was om de dood van moeder, maar omdat een begrafenis zo in en in triest is als er helemaal niemand huilt.

Bij dit stuk van Maria Foerier wordt vermeld dat het genomineerd werd voor de Jan Hanlo Essayprijs Klein 2011. Omdat ik eigenlijk niet zoveel van Jan Hanlo weet, kijk ik even op Wikipedia. Daar staat onder meer het volgende:

Vanaf 1944 schreef Hanlo gedichten, waarvan met name Oote de aandacht trok. Dit klankgedicht (Hanlo sprak zelf van ‘kinderbrabbeltaal’) verscheen in 1952 in het door het rijk gesubsidieerde tijdschrift Roeping. Het blad Elsevier besteedde daar aandacht aan en het VVD-Eerste Kamerlid W.C. Wendelaar stelde vervolgens Eerste Kamervragen over de subsidie aan het blad dat Hanlo’s ‘infantiel gebazel’ publiceerde. Dat leverde de nodige publiciteit op.

Sommige dingen veranderen nooit. Andere dingen daarentegen weer wel:

Hij kreeg een relatie met de dertienjarige Mohamed en nam de jongen mee naar Nederland. Mohamed werd echter alweer snel naar Marokko uitgewezen.

Hierop volgden kennelijk geen kamervragen. Ook de laatste alinea van het lemma wil ik u niet onthouden:

Ongeveer twee derde van Hanlo’s omvangrijke correspondentie werd in 1989 in boekvorm uitgegeven. Daaruit blijkt onder andere welke gewetensproblemen zijn seksuele geaardheid hem opleverde. Behalve homoseksueel pedofiel was Hanlo namelijk gedurende zijn gehele leven belijdend katholiek.

Eerst verdenk ik de schrijver ervan dat hij of zij bedoelt dat niet-katholieken geen gewetensproblemen als gevolg van deze een seksuele geaardheid kunnen hebben. Maar dan begint het te dagen. De auteur bedoelde waarschijnlijk te zeggen dat de “homoseksuele pedofiel Hanlo” weliswaar gewetensproblemen had vanwege zijn geaardheid, maar dat dit zo was ondanks het feit dat hij zijn hele leven belijdend katholiek was.

.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Notities

Rotterdam pest zijn zzp’ers weg

Het heeft niet heel lang geduurd. Ik sta nog maar een paar maanden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, en ik voel me voor het eerst slachtoffer van wat sommigen “ondernemertje pesten” noemen. In normaal Nederlands: ik ben chagrijnig omdat de gemeente Rotterdam een nieuwe belasting introduceert.

Wat is er precies aan de hand? Deze week ontvingen zzp’ers wier onderneming staat ingeschreven op hun woonadres een brief. Daarin wordt vertelt dat de gemeenteraad akkoord is gegaan met een “aangepaste verordening Bedrijfsreinigingsrecht (BRR)”. Nee, ik begreep ook niet direct wat dat betekent. Gelukkig bood de rest van de brief een uitleg.

Vanaf volgend jaar zijn ondernemers die van huis uit werken, verplicht een gemeentelijk heffing van €128,20 te betalen voor het afval dat hun bedrijf produceert. Dit bedrag komt bovenop de normale vuilniszakkenbelasting die ieder huishouden betaalt. (En die volgend jaar in deze gemeente ook met 20% wordt verhoogd.)

Ieder bedrijf produceert afval, zo is de gedachte, dus ieder bedrijf moet betalen. Hoewel de gemeente erkent dat de hoeveelheid per bedrijf zal verschillen, is het bedrag “gestandaardiseerd” omdat “niet te controleren is”.

Ze zouden het eens moeten proberen. Vrijwel alle zzp’ers die ik ken, werken net als ik bijna volledig digitaal. De weinige post die binnenkomt, is afkomstig van de gemeente of de Kamer van Koophandel. Wat betekent dat de gemeente geld heft voor de rotzooi die ze zelf produceert. Het was logischer geweest wanneer ik een aanslag had gekregen omdat ik een krantenabonnement heb of omdat ik mijn eten koop bij een supermarkt die alles in drie lagen plastic verpakt.

Dan is daar het verlossende tussenkopje in de brief: “Vrijstelling”. De moed zakt je in de schoenen wanneer je leest dat “het niet mogelijk is vrijstelling van deze heffing te krijgen met het argument dat u geen of heel weinig afval produceert.” De gemeente heeft namelijk als uitgangspunt: “elk bedrijf produceert afval, hoe weinig dat soms ook mag zijn.” Nou daar ben ik dan mooi klaar mee. Hoe de betreffende dienst dit soort zaken inschat, weet ik al. Ik word, terwijl ik alleen woon, al jaren standaard voor drie “gebruikseenheden” aangeslagen, en moet ieder jaar de grootste moeite doen dat terug te draaien.

Thuiswerken, je leest doorgaans dat het meer gestimuleerd zou moeten worden. Het is goed voor het milieu wordt er dan gezegd. Maar in plaats daarvan, blijken wij zzp’ers in de ogen van deze gemeente serieuze vervuilers te zijn. Misschien kan de gemeente de lijn dan doortrekken, want hoewel het onmogelijk vast te stellen is hoeveel afval individuele gezinnen produceren, het is wel logisch om aan te nemen dat mensen die thuisblijven (thuiswerkers in loondienst, huismannen, bijstandsmoeders) meer huiselijk afval produceren dan mensen die een deel van hun rotzooi op het werk achterlaten. Misschien kan de gemeente die mensen ook een brief sturen dat ze extra moeten gaan betalen.

Dat zouden we absurd en onrechtvaardig vinden, en terecht. Maar het scheelt niet veel of deze belasting komt op hetzelfde neer. In deze stad werken duizenden kleine zelfstandigen vanuit huis, zonder meer afval te produceren dan andere thuiswerkers of thuisblijvers. Precieze cijfers heb ik niet, maar duidelijk is dat velen van ons niet veel meer bij elkaar schrapen dan een minimuminkomen. In mijn geval vooralsnog zelfs minder dan dat.

Rotterdam claimt een stad voor ondernemers te zijn. Maar daar merken we weinig van. Op Twitter is de ophef groot. De hashtag #BRR is niet zo handig met de winter voor de deur, maar toepasselijk is hij wel. Ik denk namelijk dat ik mijn verwarming maar uitzet. Misschien kan ik daar genoeg mee besparen om die rekening te betalen, want de gemeente laat ons duidelijk in de kou staan.

nrc.next 16 december 2011

.

1 reactie

Opgeslagen onder Notities

Het raadsel der economie

Economie, daar begrijp ik weinig van. Hoewel ik niet direct in die richting heb gestudeerd, heb ik er wel wat redelijke mensen over horen praten. Ook heb ik af en toe een paper moeten schrijven dat er zijdelings mee van doen had. Daarnaast lees ik natuurlijk regelmatig een krant. Het vanzelfsprekende resultaat is dan dat langzaam duidelijk wordt dat je het niet begrijpt.

Ik bevind me in goed gezelschap, want in heel Europa heb ik mede-amateur-economen die weten wat het concept ‘kous’ inhoudt, maar slechts vage, theoretische vermoedens hebben over het eventuele bestaan van zoiets als een ‘naad’. Politici en commentatoren, noemen we die figuren doorgaans. Ik speel nu de rol van commentator. Dus verwacht van mij geen naad.

Ook deze week snapte ik er weer niets van. Zo las ik bijvoorbeeld twee koppen naar aanleiding van een ‘top der toppen’ op de voorpagina van de NRC: “Woede, scepsis, vragen en een grijns”, over politici die iets met de economie proberen te doen. Daaronder: “Markten reageren rustig”. Dat politici en commentatoren opgefokte emotionele typetjes zijn, dat wist ik, maar dat markten rustig kunnen reageren op onzekerheid, dat was nieuw.

Al dat niet-begrijpen weerhoudt me niet het enorm spannend te vinden. Gelukkig, want kerst is toch ieder jaar min of meer hetzelfde. Eten (dertig liter snert) en cadeaus (een paar nieuwe onderbroeken). Nee, dan de economie, daar gaat mijn hart pas echt sneller van kloppen. Bijvoorbeeld: wat gaat ons kabinet van keihard-snoeien-zonder-vooruit-denken nu weer bedenken? (5 miljard extra bezuinigen? 10 miljard extra? Spannend!) Wat ze ook verzinnen, ik zal het vast niet begrijpen.

Als het niet-begrijpen me teveel wordt, dan probeer ik het terug te brengen tot schoolpleinproporties. In het geval Europa: alle kinderen willen iets (belangen) en doen hun best dat door middel van onderhandelen en bekvechten te bemachtigen (politiek bedrijven). Totdat er iets gruwelijk misgaat (dip) en er iemand gaat huilen (dubbele dip). Resultaat is dat het speelkwartier voorbij is (triple dip), en iedereen door de nieuwe leraar (China) naar binnen wordt gestuurd. Als we het echt bont maken, moeten we (Europa) ‘s avonds misschien wel zonder eten (eten) naar bed. Ziet u? Ik begrijp er niets van.

.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Notities

N.a.v. Starship Troopers

Ik wilde een hier een stukje schrijven over Paul Verhoevens Starship Troopers. Dat was drie dagen geleden, ik ben inmiddels 2000 woorden verder en heb ik geen idee waar het op uitloopt, maar als het nog iets wordt, dan geen blogje. Hier de enorme, niet nagekeken of geredigeerde aanloop. (Waarvan iedere redacteur zal zeggen: “Mag het een onsje minder?”)

Mijn enige herinnering aan Paul Verhoevens Hollow Man is een telefoongesprek. Ik was 15 en voerde het met een niet bijster intelligente vriend-van-een-vriend-van-een-vriend. Terwijl ik rondhing bij het filmhuis in Delft, schreeuwde hij door de telefoon dat hij in een bioscoop elders in de stad zat. Ik vroeg bij welke film er draaide. Na enig rondvragen onder zijn medebezoekers wist hij te vertellen dat het om “hoo-loo-man” ging. Overigens: de enige reden dat ik bij het filmhuis zat, was dat je daar, wanneer het regende, beschut een jointje kon roken.

Ik geloof niet dat ik die dag meegevraagd was naar de bioscoop, maar mocht dat wel gebeurd zijn, dan was ik waarschijnlijk niet gegaan. Ik heb eigenlijk nooit echt zin gehad in een film van Paul Verhoeven. Ik ben te beschermd opgevoed om RoboCop te zien toen hij uitkwam. Turks Fruit heb ik ooit gekeken, maar veel meer dan wat seks en een scène op een fiets kan ik me er niet van herinneren. Ik zag wel uit naar de première van Zwartboek, maar vooral omdat de film deels opgenomen werd in een kraakpand waar ik regelmatig vertoefde, en enkele bevriende bewoners als extra mochten aantreden. Toen de film eenmaal verschenen was, had ik geen zin om naar de bioscoop te gaan, en toen hij eindelijk op dvd uitkwam, had ik zo vaak gehoord dat het een draak was, dat ik geen zin meer had om naar de dvd-speler te lopen en de schijf erin te doen.

Wanneer Verhoeven op tv is, vind ik hem doorgaans vervelend. Een macho die zijn hoofd niet zomaar boven het maaiveld uitsteekt, maar die ook met lichte verontwaardiging de aandacht op zijn brutaliteit probeert te vestigen wanneer blijkt dat niet iedereen met een zeis achter hem aanzit. Toch blijf ik vaak kijken. Er lijkt een heilige vuur in hem te branden en mijn nieuwsgierigheid wint het van mijn ergernis.

Vorige week las ik dat een remake van Starship Troopers aanstaande is. Ik heb Verhoevens origineel ooit gezien, maar ook daar herinner ik me weinig van. Wat vage scènes waarin aliens werden neergeschoten door mannen in overalls. En Denise Richards, een prototype van wat uiteindelijk op de markt gebracht zou worden als onder de naam Angelina Jolie. De film verscheen in 1997, en ik geloof niet dat ik hem in de bioscoop zag. Ik zal een jaar of 13 geweest zijn toen hij op tv was. Of misschien heb ik een videoband gehuurd bij het piepkleine videotheekje op de hoek van de straat tegenover het Legermuseum.

Dat nieuws van die remake deed me beseffen hoe weinig ik eigenlijk van Verhoevens werk weet. De films die ik heb gezien, zijn me niet bijgebleven. Al wijd ik dat laatste liever aan mijn jeugdige desinteresse dan aan een eventueel gebrekkig vakmanschap van Verhoeven. Plots leek het onmogelijk dat ik niets zinnigs kon zeggen over het werk van ‘s lands grootste levende filmregisseur. Het voelde ongepast. Ik besloot Starship Troopers nog maar eens te bekijken.

 

 

.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Notities

Mijn generatie

Pieter Hilhorst - Afbeelding: de Volkskrant

Pieter Hilhorst heeft een paar twintigers gesproken en hij begreep ze niet. Hilhorst woonde een debat in de Rode Hoed bij, en verbaasde zich over wat hij noemt “de blijmoedige zelfoverschatting” van, vooruit dan maar, mijn generatie. “De twintiger heeft het idee dat z’n eigen leven wel maakbaar is, maar de wereld om hem heen niet.” zei hij ook. Dat roepen we toch al jaren over “de Nederlander”, ongeacht hoe oud die is, dacht ik toen.

Hilhorst schetst in de Volkskrant een herkenbaar beeld van mijn generatie. Sterker, ik herken mijzelf erin: ook ik wantrouw de tandeloze en soms verdwaasde Occupy-beweging, ook ik was na mijn studie werkeloos, ook ik ben afhankelijk van mijn ouders, ook ik ben inmiddels zzp’er in de marge en ook ik ben behoorlijk individualistisch ingesteld.

Tot zover de een-op-een-relatie tussen zijn beeld en mijn leven. Ik ben namelijk echt niet zo naïef om te denken dat wereldwijde economische ontwikkelingen mij niet raken. En ik lijd al helemaal niet aan “blijmoedige zelfoverschatting”. “Als de wereld vol onzekerheden zit, kun je maar beter zeker van jezelf zijn”, zo karakteriseert hij mijn generatie. Die mensen zullen er zeker zijn, maar ik vrees dat voor veel anderen geldt: als de wereld vol onzekerheden zit, doordat de verzorgingsstaat moedwillig wordt afgebroken bijvoorbeeld, dan ben je tot op zeker hoogte inderdaad op jezelf aangewezen. Dat is geen blijmoedige zelfoverschatting, dat is aan cynisme grenzend realisme. Een gevoel van urgentie dat geen ruimte krijgt door een nog sterker gevoel van machteloosheid.

Het is niet meer vanzelfsprekend dat iedere generatie het beter heeft dan de vorige, daar heb ik me al bij neergelegd. Maar dit alles betekent niet dat ik me wil afkeren van de samenleving, noch dat ik mijzelf dolgraag, vol “blijmoedige zelfoverschatting”, in een Darwiniaanse overlevingsstrijd wil werpen. Dat ik individualistische trekjes vertoon, betekent niet dat ik voorstander ben van een, excusez le paradoxe, compleet geïndividualiseerde maatschappij.

Tot slot: ik denk al helemaal niet dat mijn eigen leven wel en de samenleving niet maakbaar is. Ik vermoed dat ze het allebei een beetje zijn. Verder begrijpen Pieter Hilhorst en ik elkaar perfect.

23 november 2011, hardhoofd.com

.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Notities

Politieke interruptie

Afgelopen week deed staatssecretaris Veldhuijzen-Van Zanten (CDA, Zorg, dubbel paspoort) iets raars. Ze snoerde tijdens een Kamervergadering de voorzitter de mond.

Wat volgde was de gebruikelijke verontwaardiging. Ook ik liet me op Twitter niet onbetuigd: “hoe diep de rot zit bij het CDA”, schreef ik. Een tv-recensent schreef dat Van Zanten geluk had dat Rijk de Gooijer stierf, anders was het bewuste fragment veel vaker herhaald. Een ander riep de vuistslag van LPF’er Alblas in herinnering. Zelf dacht ik aan het befaamde kotsvingertje van Hans Hoogervorst.

Ik wilde hier dus iets boos gaan schrijven over het failliet van het CDA. Dat zelfs een geloofwaardig ‘verhaal’ de partij niet gaat redden wanneer haar vertegenwoordigers zulk een gebrek aan beschaving aan de dag leggen. Iets over Henk Bleker en zijn tenenkrommende briefje aan Mauro misschien. Of over de compleet verziekte sfeer, waarin het gebrek aan respect tijdens de discussie tekenend is voor het rücksichtslose bezuinigingsbeleid van dit kabinet.

Maar mevrouw Van Zanten is nog maar kort lid van het CDA, te kort om volledig gecorrumpeerd te zijn door Maxime. Na wat twijfelen zag ik het helderder: het filmpje zegt eigenlijk weinig. Er is geen enkele context, alleen een paar seconden die zeker ophef zouden veroorzaken. For all I know heeft de voorzitter haar die hele middag zitten pesten.

Een faux-pas van iemand die zichtbaar onder druk staat, decorumverlies noemen ze het in de medische wetenschap wel eens. Al valt op haar functioneren best wat aan te merken, dit was de spreekwoordelijke kat in het nauw, niet meer. En zo gaat ook dit stukje niet over de inhoud. Want waar ging die vergadering eigenlijk over?

9 november 2011, hardhoofd.com

.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Notities