Categorie archief: Notities

Henry Miller over schrijven

COMMANDMENTS

  1. Work on one thing at a time until finished.
  2. Start no more new books, add no more new material to ‘Black Spring.’
  3. Don’t be nervous. Work calmly, joyously, recklessly on whatever is in hand.
  4. Work according to Program and not according to mood. Stop at the appointed time!
  5. When you can’t create you can work.
  6. Cement a little every day, rather than add new fertilizers.
  7. Keep human! See people, go places, drink if you feel like it.
  8. Don’t be a draught-horse! Work with pleasure only.
  9. Discard the Program when you feel like it—but go back to it next day. Concentrate. Narrow down. Exclude.
  10. Forget the books you want to write. Think only of the book you are writing.
  11. Write first and always. Painting, music, friends, cinema, all these come afterwards.

 

Goed advies voor iedereen die af en toe iets gedaan probeert te krijgen. Via Brain Pickings.

 

.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Notities

Meer duiding, minder populisme

Een paar weken terug las ik in de Volkskrant een stukje waarin een Amerika-deskundige zich opwond over andere Amerika-deskundigen. Hoewel er ook inhoudelijk wel wat op het artikel aan te merken viel, bleef mijn hoofd vooral struikelen over deze opmerking: “Van een als deskundige opgevoerde wetenschapper verwacht je minder populisme en meer duiding, want de waarheid ligt genuanceerder.”

Even was ik geneigd mee te gaan in deze gedachte, mede omdat het beschuldigende ‘populisme’ gemakshalve ongedefinieerd blijft. Maar toen sloeg de twijfel toe: wat verwacht ik van een “als deskundige opgevoerde wetenschapper”? Van een wetenschapper verwacht ik wetenschappelijk onderzoek. Maar wanneer diezelfde persoon wordt opgevoerd? Wat verwacht ik überhaupt van iemand met een stel hersens in de media? Inderdaad: duiding. Maar moet ik daar blij mee zijn?

Duiding, dat is waar Matthijs ‘Felix’, ‘Joost’ of zelfs ‘Prem’ voor vraagt. Het is wat bijvoorbeeld Thierry Baudet in de NRC tweewekelijks doet: met een zekere vrijblijvendheid iets uitleggen, waarbij het gelijk (of vooroordeel) van de duider eigenlijk altijd wordt bevestigd. Af en toe veroorzaakt het wat ophef, maar het is nooit echt verrassend.

Het is een modewoordje, maar het verhult een breder verschijnsel: ‘infotainment’ vermomd als diepgang. Zelfs Hyves doet vrolijk mee.

Toen dacht ik ineens aan Diederik Stapel. Stapel was een fantastische duider: nooit beroerd om te worden opgevoerd. Maar hij ging het geouwehoer dat op tv voor serieuze discussie doorgaat, verwarren met zijn werk. Het is maar een klein stapje: je vooroordelen niet alleen ondersteunen met loze beweringen, maar ook met loze cijfertjes. De fraude was deze week weer in het nieuws. De NWO, die 2,2 miljoen euro in Stapels duiding investeerde, waste zijn handen in onschuld. Voorzitter Jos Engelen deed dat middels een bewonderenswaardig bondige drogredenering (en een totale ontkenning van het Agency-Structuredebat):

De gevallen van fraude zijn voor de NWO geen reden het financieringssysteem te veranderen. Het systeem werkt. Het zijn de mensen die soms niet deugen”, aldus Engelen. De NWO selecteert volgens hem excellente onderzoekers. “En excellente onderzoekers zijn 100 procent betrouwbaar. Excellente onderzoekers frauderen niet.

Juist: ook bij de NWO wordt er vrolijk op los geduid. Eigen straatje eerst schoonvegen en alles naar hartenlust inpassen. Zoals het wetenschappelijk bureau van het Simplisties Verbond zou zeggen: “Daar moet de mattenklopper overheen.”

Eerder te lezen op hard//hoofd

.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Notities

TIP: The Discipline of DE

“Sport – het is niet een barmhartige waarheid, en er wordt vaak omheen gepraat, maar er is nu eenmaal niets aan te doen – sport is voor imbecielen.” schreef Rudy Kousbroek ooit. Ik wilde niet luisteren en betaalde de prijs: ik zat een kleine week met mijn voet in een verband.

De zwelling is bijna weg, de blauwe plekken nog niet. Ze zitten op vreemde plaatsen: een kruis hoog op mijn wreef en dunne blauw-paarse streep langs de gehele lengte van mijn voet, parallel aan mijn zool. Nu het drukverband eraf is, is het zaak voorzichtig te zijn. Geen rare bewegingen te maken, want bij iedere kleine verplaatsing schreeuwt de voet dat ik “godverdomme stil moet zitten”.

Op dit soort momenten denk ik onvermijdelijk aan Gus van Sant’s korte zen-film The Discipline of DE. Ik heb eigenlijk niet veel associaties bij het woord zen. De Dalai Lama (die er geloof ik weinig mee te maken heeft), motoronderhoud en DE.

De eerste keer dat ik The Discipline of DE zag was in het Centre Pompidou in Parijs, een paar jaar terug. We – mijn lief en ik – dwarrelden een beetje door de zalen. Van die dag en de tentoonstelling weet ik niet veel meer. Alleen hoe ik opgewonden raakte toen ik op eigen kracht verwijzingen naar Kafka’s Het Proces ontdekte in een van de films. Totdat ik me iets later realiseerde dat het min of meer een letterlijke verfilming was en het met mijn scherpzinnigheid dus wel meeviel.

The Discipline of DE heeft weinig met Kafka te maken. De 16-mm film is gebaseerd op het verhaal Exterminator (1973) van William S. Burroughs en handelt over een kolonel buiten dienst die al zijn handelingen “met beleid” uitvoert. Wat DE precies is?

“Doing whatever you do in the easiest, most relaxed way you can manage. Which is also the quickest and most efficient way.”

Het is geen principe waar ik mijn leven op zou kunnen inrichten, maar het spreekt de deeltijd-neuroot in mij wel aan. (Zoals ook Kafka dat kan.) En niet zelden als ik mijn hoofd, schouders, knie, teen of elleboog stoot, dan denk ik er nog wel eens aan. Even diep ademhalen. Nog een keer proberen.

DE is niet alleen de therapeut die de verstoorde relatie tussen mij en mijn voet in goede banen leidt. Deze week alleen al heeft DE me ook geholpen tijdens het doen van een schijnbaar onbedwingbare berg afwas en bij het openmaken van blauwe enveloppen en het invullen van omzetbelastingformulieren. In dat laatste geval is na al het uitstellen het enige wat werkt: koffiezetten (geen DE), de tafel leegvegen, niet meer sigaretten roken dan strikt noodzakelijk en met beleid en in alle rust de taak volbrengen. Dan kom je er vanzelf achter dat je zo weinig verdiend hebt dat je de BTW lekker mag houden. Do Easy.

De film:

Extra:

Gus van Sant vertelt hier over de totstandkoming van de film en, in the interest of balance, ook iemand die ingewikkeld doet en concludeert dat:

“Doing Easy yields neither an easy nor relaxed life, but rather an obsessive-compulsive pathology, most clearly manifested in a socially deadly form of isolation of affect.”

Eerder te lezen op Hard//Hoofd.

.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Notities

Kadaverdiscipline

Even dacht ik dat ‘het radicale midden’ mijn weekeinde zou gaan beheersen. Maar nadat Felix Rottenberg en (meesterinterviewer) Frenk van der Linden die term vrijdag aangrepen om een serieus gesprek over het CDA in De Wereld Draait Door vakkundig de nek om te draaien – ik kreeg bijna sympathie voor ex-gevallen spindoctor Jack de Vries – was ik er al weer klaar mee.

Gelukkig diende zich snel een andere kandidaat voor woord van het weekeinde aan. De crypto van de Volkskrant verliep voorspoedig, totdat ik een uur lang zoekende bleek naar het mij onbekende woord ‘kadaverdiscipline’. Ik zocht het op: “volstrekte gehoorzaamheid als een willoze machine”.

Toen ik vervolgens eindelijk aan het inhoudelijke deel van weekeindkranten begon, las ik in de NRC dat SP’ers niet over een ‘kadaverdiscipline’ blijken te beschikken, wanneer ze anoniem spreken over hun bereidheid om een deel van hun inkomen in de partijkas te storten.

Opeens zag ik het overal. Binnen de dikke darm van de PVV rommelt het: oud-vertegenwoordigers doen een boekje open over de ijzeren vuist van de grote geblondeerde leider. Geert eist vergeefs totale onderwerping. Hij heeft kadaverdiscipline-issues.

“Stoelpoten zijn niet om op te wippen…”, zeggen moeders. “…Ze zijn om aan te zagen”, vullen PvdA-leden aan. Een totaal gebrek aan (kadaver)discipline dus. Terwijl Roemer lekker in een tomaatrode FatBoy-zitzak ligt, zit Job ‘yes, we hoped he could’ Cohen op een krukje in de vorm van een gebalde vuist. De enige poot is bijna door.

Maurice de Hond (Kadaver opgraven? Ik zeg doen!) wist zondag maar weer eens te vertellen dat het met de SP goed gaat, en met de PvdA en het CDA wat minder. Hoe dat komt? Er zullen legio redenen zijn. Maar een daarvan is ongetwijfeld een gebrek aan kadaverdiscipline, al was het maar voor de bühne.

Dat constante geëtter binnen de middenpartijen. Ze zijn al weer zo lang en vooral zo opzichtig met zichzelf bezig: als ik CDA- of PvdA-stemmer was, zou ik ook afhaken. Al die praatjes over ‘verbinden’ kunnen niet verhullen dat de partijen stiekem vrezen het de komende jaren te druk met zichzelf te hebben. Bij iedere frisse start druipt het gebrek aan vertrouwen in de toekomst van de gezichten. En wie niet met zichzelf door een deur kan, heeft geen tijd om aan het land te denken. De kiezers ruiken de lijkenlucht rond het CDA en de PvdA ook.

Eerder te lezen op Hard//Hoofd.

.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Notities

Sporten en Kousbroek

Ik zit thuis met een dikke enkel: mijn lichaam wilde me er even aan herinneren dat sporten niet altijd gezond is. Een paar weken geleden probeerde iemand me te vertellen hoe stompzinnig sporten is, ik negeerde hem. Wie? Rudy Kousbroek. Ik kocht een bundeltje Anathema’s (3) en las op de eerste pagina’s:

Wat is sportiviteit? De etymologie kan ons hierbij niet helpen. De vorm van redelijkheid die met dit woord wordt aangeduid staat in geen enkele mij bekende relatie tot sport, zomin als het begrip goedertieren in verband staat met tieren, of liederlijk iets te maken heeft met muziek.

Sport – het is niet een barmhartige waarheid, en er wordt vaak omheen gepraat, maar er is nu eenmaal niets aan te doen – sport is voor imbecielen.

Voordeel is wel dat ik nu zo al lang stilzit dat ik nog maar weinig excuses kan verzinnen om niet aan mijn belastingaangifte te beginnen. Misschien ten overvloede, maar de Rudy Kousbroek op het plaatje, is niet de Rudy Kousbroek van het citaat.

.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Notities

Rusland

Вуди Аллен, 1976

“I took a speed reading course and read ‘War and Peace’ in twenty minutes. It involves Russia.” Zo gaat een bekend grapje van Woody Allen. Mijn begrip van Rusland verkeert ongeveer op hetzelfde niveau als Allens inzicht in het genie van Tolstoy.

Enige dat ik denk te weten, is dat er in Rusland bar weinig verandert. Alexander Herzens My Past and Thoughts, uit het midden van de 19e eeuw, leest soms alsof het over het Rusland van nu gaat.

Dit weekend las ik in Foreign Affairs iets wat dat beeld van Rusland weer eens bevestigde. Het tijdschrift bestaat 90 jaar en drukte daarom enkele teksten uit het verleden opnieuw af. Een van de artikelen kwam van de hand van William Henry Chamberlin en was getiteld “Making the Collective Man in Soviet Russia”.

Chamberlin schreef in januari 1932:

“Sometimes  groups of Young Communists, without their distinctive uniforms, will descend on a store, factory, office or public institution, take notes on any real or supposed cases of inefficiency or bureaucracy which they may discover and report their discoveries to higher authorities…”

Laat ik nou een paar weken geleden de documentaire Putin’s Kiss gezien hebben. Daarin zit een scène waarin een groep Nashi-leden een winkel binnenvalt. Nashi is Poetins persoonlijke jeugdbeweging. Ze filmen misstanden als voedsel waarvan de houdbaarheidsdatum was verstreken en ongedierte. (Al ben ik van dat laatste ineens niet helemaal zeker.)

De film gaat overigens over Masha, een rijzende ster binnen Nashi, die steeds meer begint te twijfelen over ‘haar’ Nashi en de methodes die de beweging erop nahoudt. Zeer de moeite waard:

PS. Overigens schijnt Allen wel meer tijd te hebben besteed aan het lezen van Dostojevski.

.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Notities

KAMERVRAGEN

Tweede Kamer in 1914. Fotograaf onbekend.

Politiek is altijd om moedeloos van te worden, ook al vergeet je dat soms even wanneer een partij waarop je nog niet bent afgeknapt het tijdens verkiezingen onverwacht goed doet. Nee, doorgaans lees je de binnenland-pagina’s in de krant niet voor je plezier, laat staan om gerustgesteld te worden over de geschiktheid van de volksvertegenwoordiging. Één van de zaken die me keer op keer doen afvragen in hoeverre de gekozenen nadenken voordat ze iets zeggen, is de aangekondigde Kamervraag.

Ooit associeerde ik het woord ‘Kamervraag’ slechts met misstanden die in het lichaam van onze democratie aan de spreekwoordelijke kaak werden gesteld. Ik kan die naïviteit verdedigen door te zeggen dat ik toen gelukkig nog niet stemgerechtigd was. Want wat ik niet wist, is dat er ook een een andere categorie vragen bestaat: de belachelijke. Soms zijn ze vermakelijk, wanneer ze over televisieprogramma’s met blote borsten gaan bijvoorbeeld, maar uiteindelijk gaan ze vervelen, en is het prettig wanneer het aantal vragen in deze categorie klein blijft.

En ik heb het gevoel dat dat nu niet het geval is. Een kleine greep uit het aanbod van de afgelopen weken: Hooligan Wesley, een simpele ziel, misdraagt zich in de Arena. De PvdA kondigt binnen een uur, op Twitter, Kamervragen aan. John de Mol doet iets onoirbaars met een zangwedstrijd, de SP stelt de achterband gerust: dit krijgt nog een Kamervraagstaartje. Afgelopen week deed Beatrix een doekje om haar hoofd, de PVV kondigde Kamervragen aan.

Misschien vertekent de media-aandacht voor dit soort onzin het beeld, de NOS slaagde er deze week in om haar voorpagina te ontsieren met twee afzonderlijke berichten over de Kamervragen naar aanleiding van die laatstgenoemde ‘affaire’. Maar overmatige aandacht is geen excuus.

Aangezien de SP het goed doet in de peilingen, kan ik de PvdA niet voorhouden dat het aankondigen van belachelijke Kamervragen de reden is van de huidige electorale malaise. Maar het wordt echt tijd dat politieke partijen die zichzelf, hun kiezers en de problemen waar we mee kampen serieus nemen, een moratorium instellen op de belachelijke Kamervraag. De lichtzinnigheid waarmee politici omspringen met de middelen die kiezers hen ter beschikking hebben gesteld, is funest voor het vertrouwen in onze volksvertegenwoordiging. Voor zover dat er ooit werkelijk is natuurlijk.

Gisteren las ik dat het aantal kamervragen het afgelopen jaar flink gestegen is. Van 2552 in 2010 naar 3055 in 2011. Dit stukje verscheen op Hardhoofd en Joop

.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Notities