KAMERVRAGEN

Tweede Kamer in 1914. Fotograaf onbekend.

Politiek is altijd om moedeloos van te worden, ook al vergeet je dat soms even wanneer een partij waarop je nog niet bent afgeknapt het tijdens verkiezingen onverwacht goed doet. Nee, doorgaans lees je de binnenland-pagina’s in de krant niet voor je plezier, laat staan om gerustgesteld te worden over de geschiktheid van de volksvertegenwoordiging. Één van de zaken die me keer op keer doen afvragen in hoeverre de gekozenen nadenken voordat ze iets zeggen, is de aangekondigde Kamervraag.

Ooit associeerde ik het woord ‘Kamervraag’ slechts met misstanden die in het lichaam van onze democratie aan de spreekwoordelijke kaak werden gesteld. Ik kan die naïviteit verdedigen door te zeggen dat ik toen gelukkig nog niet stemgerechtigd was. Want wat ik niet wist, is dat er ook een een andere categorie vragen bestaat: de belachelijke. Soms zijn ze vermakelijk, wanneer ze over televisieprogramma’s met blote borsten gaan bijvoorbeeld, maar uiteindelijk gaan ze vervelen, en is het prettig wanneer het aantal vragen in deze categorie klein blijft.

En ik heb het gevoel dat dat nu niet het geval is. Een kleine greep uit het aanbod van de afgelopen weken: Hooligan Wesley, een simpele ziel, misdraagt zich in de Arena. De PvdA kondigt binnen een uur, op Twitter, Kamervragen aan. John de Mol doet iets onoirbaars met een zangwedstrijd, de SP stelt de achterband gerust: dit krijgt nog een Kamervraagstaartje. Afgelopen week deed Beatrix een doekje om haar hoofd, de PVV kondigde Kamervragen aan.

Misschien vertekent de media-aandacht voor dit soort onzin het beeld, de NOS slaagde er deze week in om haar voorpagina te ontsieren met twee afzonderlijke berichten over de Kamervragen naar aanleiding van die laatstgenoemde ‘affaire’. Maar overmatige aandacht is geen excuus.

Aangezien de SP het goed doet in de peilingen, kan ik de PvdA niet voorhouden dat het aankondigen van belachelijke Kamervragen de reden is van de huidige electorale malaise. Maar het wordt echt tijd dat politieke partijen die zichzelf, hun kiezers en de problemen waar we mee kampen serieus nemen, een moratorium instellen op de belachelijke Kamervraag. De lichtzinnigheid waarmee politici omspringen met de middelen die kiezers hen ter beschikking hebben gesteld, is funest voor het vertrouwen in onze volksvertegenwoordiging. Voor zover dat er ooit werkelijk is natuurlijk.

Gisteren las ik dat het aantal kamervragen het afgelopen jaar flink gestegen is. Van 2552 in 2010 naar 3055 in 2011. Dit stukje verscheen op Hardhoofd en Joop

.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Notities

Geef een reactie