Hyperactieve handelaar in angst: Een portret van Glenn Beck

Foto: Jill Greenberg

Afgelopen oktober schreef Mark Leibowitz in het New York Times Magazine: „Glenn Beck heeft in recordtijd de weg afgelegd van curiositeit, via kijkcijferkanon en parodie van zichzelf, naar wijsgeer.” Beck (1964) is een van de grote sterren van de rechtse nieuwszender Fox. Maar na de razendsnelle opkomst die Leibowitz beschreef, lijkt Becks geoliede machine nu te haperen. Zijn kijkers zijn het afgelopen jaar massaal weggelopen, en uit de doorgaans hermetisch gesloten Fox-organisatie klinken steeds vaker kritische geluiden.

Gevaarlijke demagoog of normale rechtse shock jock? Zelfverklaard borderline schizofreen en ADD-lijder of stem van de gewone man? Potentiële running mate van Sarah Palin in 2012 of een windbuil die zo snel zal verdwijnen als hij opgekomen is? De Amerikaanse radio- en televisiemaker Beck valt op vele manieren te omschrijven, en de meningen over hem lopen sterk uiteen. Buiten de Verenigde Staten geniet hij vooral bekendheid als de man die president Obama beschuldigde van racisme en „een diepgewortelde haat jegens blanken of de blanke cultuur.” Een opmerking die vreemd genoeg werd voorafgegaan door de woorden „Ik zeg niet dat hij niet van blanken houdt, maar…” Inderdaad iemand die trekjes van borderline vertoont en gedoemd is in de marge te opereren, zou je zeggen.

Beck geniet echter een ongekende populariteit en is een gewiekst entrepreneur. Zijn boeken behalen bijna zonder uitzondering de hoogste notering op de bestsellerlijsten, zijn tv- en radioshows trekken een miljoenenpubliek en zijn optredens door het hele land zijn steevast uitverkocht.

Beck in Washington

Op 28 augustus 2010 ziet het zwart van de mensen bij het Lincoln Memorial monument in Washington. Beck houdt eindelijk zijn ruim een jaar eerder aangekondigde ‘Restoring Honor’-rally. Het is niet toevallig ook de dag waarop Martin Luther King 47 jaar tevoren, tijdens de Great March on Washington, zijn befaamde ‘I have a dream’-speech hield. Hier geen snoeiharde aanvallen op ‘de socialist’ Obama, geen apocalyptische angstvisioenen over de nakende ondergang van het kapitalistische systeem, of dreigementen aan het adres van verwerpelijke ‘progressives.’ Hier slaat Beck een compleet andere, bijna verzoenende toon aan. Het is een ronduit vrome bijeenkomst waar de roep om het gezin, het land en God te dienen, en vreedzaam samen te leven, centraal staat.

De avond tevoren heeft hij tijdens een besloten bijeenkomst voor een uitverkochte zaal een gelijksoortige boodschap uitgedragen. Leibowitz beschreef het programma als volgt: „’Divine Destiny’ bevatte muziek, toespraken en getuigenissen van een reeks prominent spirituele sprekers – priesters, predikanten, rabbijnen, Chuck Norris.”

Hoe anders gaat het eraan toe tijdens Becks tv en radio-optredens. Op de radio deinst hij er niet voor terug kritische bellers de huid vol te schelden en op tv beent hij regelmatig als een bezetene heen en weer tussen aan weerszijden van de studio opgestelde schoolborden, waarop hij uiteenzet hoe Obama het land verwoest of hoe Europa op het punt staat in chaos te vervallen. Hier zien de miljoenen kijkers de maniakale, vaak zelfs paranoïde Beck. Een vitriool spuwende en angstaanjagende wervelwind. Ironisch genoeg werd Becks interesse in de radio gewekt door een LP van Orson Welles hoorspeluitvoering van War of the Worlds. Welles joeg zijn luisteraars de stuipen op het lijf door ze wijs te maken dat marsmannetjes zojuist Amerika hadden aangevallen.

Obama’s antithese

Beck is in zekere zin de antithese van president Obama, zijn absolute tegenpool. Aanvankelijk is hij nog opvallend mild over de nieuwe president, maar wanneer Beck begin 2009 van CNN naar Fox verhuist, verdwijnt zijn welwillendheid snel. Zijn nieuwe show, Glenn Beck, begint de dag voor Obama’s inauguratie. Becks uithalen worden feller, en hij huilt regelmatig live on air, uit vaderlandsliefde.

Hoewel Beck in zijn aanvallen op het ‘progressieve en socialistische establishment’ in Washington minstens even ver gaat als collega’s als Rush Limbaugh en Bill O’Reilly, is er één belangrijk verschil. Hij is een stuk minder voorspelbaar. Het ene moment vergelijkt hij Al Gore’s klimaatcampagne met de Holocaust, om vervolgens de Amerikaanse koopzucht te veroordelen. In O’Reilly’s programma verdedigde hij zijn onverschilligheid aangaande het homohuwelijk, waarbij hij zijn gastheer en passant nog even belachelijk maakte door spottend in de camera te zeggen: „Will the gays come and get us?”

Heeft het dan zin je af te vragen wie de echte Glenn Beck is? Nee, concludeerde Mark Lilla afgelopen december in de New York Review of Books. Beck is het schoolvoorbeeld van een demagoog, en demagogen hebben geen onveranderlijke kern. Ze zijn louter kameleontische schil, en verliezen doorgaans de aandacht van hun publiek wanneer ze zichzelf niet langer kunnen overtreffen met steeds groteskere angstbeelden. Onlangs sprak hij zelfs zijn steun uit voor de Egyptische dictator Moebarak, die onder vuur zou liggen van ‘socialisten en radicale moslims.’

Dalende kijkcijfers

Becks radicalisering lijkt niet zonder gevolgen. Hij verloor in 2010 ruim een miljoen vaste kijkers. Binnen Fox nieuws gaan steeds vaker stemmen op die kritisch zijn over Becks optreden. Medewerkers maken zich, vooralsnog anoniem, zorgen over de gevolgen voor de zender. Reclamezendtijd rond de shows van Beck wordt inmiddels gedomineerd door bedrijven die overlevingspakketten aanbieden of de betrouwbaarheid van goud aanprijzen. Het aantal bedrijven dat aan Fox kenbaar maakte niet te willen adverteren rond Becks show steeg tussen eind 2009 en september 2010 van 26 naar 296.

Maar is Beck inmiddels niet groter dan zijn werkgever? Zijn imperium strekt zich uit tot ver buiten de grenzen van Fox, en hij vaart duidelijk zijn eigen koers. Zijn belangrijkste inkomstenbron is niet zijn contract met Fox, maar de veelheid aan nevenactiviteiten. Hij verkoopt boeken – van sciencefictionromans tot geschiedenisstudies – reist het land door met uitverkochte shows, heeft een winstmakende website en er is zelfs een heuse online Glenn Beck University.

In een interview met CBS vroeg Beck zich retorisch af wanneer Amerika een land was geworden waar alles te groot is om te sneuvelen, verwijzend naar de tijdens de kredietcrisis veelgehoorde kreet ‘Too big to fail’. „What about the little guy?” De ironie wil dat Beck misschien zelf te groot om te mislukken is geworden.

Hij heeft een schare trouwe fans opgebouwd die hem ook zonder tv weet te vinden, en die zeer ontvankelijk lijkt voor zijn alarmistische boodschap. Een boodschap die doet denken aan die van Orson Welles, ongeveer zeventig jaar eerder: ze komen eraan. In het hoorspel zit een scène waarin een man in een radiocentrale vertwijfeld door de ether roept: „Isn’t there… anybody?” Het zal nog wel een tijdje duren voordat Beck hetzelfde zal zeggen.

.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Portretten

Geef een reactie