Ik zit thuis met een dikke enkel: mijn lichaam wilde me er even aan herinneren dat sporten niet altijd gezond is. Een paar weken geleden probeerde iemand me te vertellen hoe stompzinnig sporten is, ik negeerde hem. Wie? Rudy Kousbroek. Ik kocht een bundeltje Anathema’s (3) en las op de eerste pagina’s:
Wat is sportiviteit? De etymologie kan ons hierbij niet helpen. De vorm van redelijkheid die met dit woord wordt aangeduid staat in geen enkele mij bekende relatie tot sport, zomin als het begrip goedertieren in verband staat met tieren, of liederlijk iets te maken heeft met muziek.
Sport – het is niet een barmhartige waarheid, en er wordt vaak omheen gepraat, maar er is nu eenmaal niets aan te doen – sport is voor imbecielen.
Voordeel is wel dat ik nu zo al lang stilzit dat ik nog maar weinig excuses kan verzinnen om niet aan mijn belastingaangifte te beginnen. Misschien ten overvloede, maar de Rudy Kousbroek op het plaatje, is niet de Rudy Kousbroek van het citaat.